woensdag 17 februari 2016

De demonen van Leonard Cohen · Francis Mus · één jaar verschenen · een muzikale voorstelling in Sint-Niklaas · een recensie



Precies een jaar geleden verscheen "De Demonen van Leonard Cohen" van Francis Mus. Een biografie om duimen en vingers bij af te likken. De auteur koppelt de verjaardag aan een muzikale voorstelling - zie ook flyer hierboven. En ik post een recensie.
Leren wij onze helden beter kennen door hun biografie te lezen? In het geval van Leonard Cohen is dat verre van zeker, want dit heerschap (zanger? dichter? schrijver? gentleman!) is duidelijk niet voor één gat te vangen. Alleen al daarom schreeuwt een figuur als Mister Cohen om een biograaf, en dan liefst een waakzame, die niet compulsief gaat zoeken naar een rode draad die er niet is. Zulk een waakzame waarnemer ontmoeten we in Francis Mus. De fascinatie die uitgaat van de persoon van Leonard Cohen is daarbij een goed vertrekpunt, en wordt bij het lezen van dit boek verder aangewakkerd.

Een icoon
Cohen (81 jaar) is een icoon. Zijn muzikale carrière begon eigenlijk pas op zijn drieëndertigste, en werd voorafgegaan door niet minder dan zes poëziebundels en romans, waaronder het geprezen ‘Beautiful Losers’, een veel gelezen klassieker in de Canadese literatuur. Een gevierd schrijver die plots begon te zingen. Studioalbums volgen gestaag (dertien in aantal), met vooral aan de start (‘Songs of Leonard Cohen’, 1967; ‘Songs from a Room’, 1969), middenin (‘I’m Your Man’, 1988) en de laatste jaren (‘Old Ideas’, 2012; ‘Popular Problems’, 2014) geweldige pieken van populariteit. Al is hij sinds 1967 als zanger nooit weggeweest. Het stond het schrijven alvast niet in de weg, met nog eens zeven werken sinds hij singer-songwriter werd, en al sinds het eerste begin een verbijsterende rist andere activiteiten, waaronder touren, acteren, strijden, versieren, boeddhist worden, en bidden.

Keuzes
De biograaf stond voor keuzes. Want wat te denken van deze man, die in interviews lang niet alles expliciet maakt, en zich liever mysterieus en charmant dan scherp opstelt? Dermate divers is het plaatje, dat men gemakkelijk een boek kan vullen met enkel de toelichting van Cohens nicknames: Canadees, jood, priester, machtswellusteling, verslaafde, vrouwenzot, en natuurlijk ‘poëet’, in de meest brede betekenis van dat woord. Niet zo voor Mus, die zich met vijf jaar onderzoek en een gezonde dosis respect presenteert als sympathisant van Cohen, maar niet als ‘lid van de fanclub’. Hij schildert ons een zo eerlijk mogelijk portret van de man die hij, vanop gepaste afstand, als ‘Mister Cohen’ omschrijft. Hij benoemt de demonen van Cohen — met macht en religie als uitschieters — maar probeert de fenomenale persoonlijkheid van Leonard Cohen nooit in een vakje te duwen, laat zijn subject ademen. Een open stijl.

Bananen en wijn
Bij een portret van Cohen horen literaire en muzikale verbanden. Boeken, daar moet Cohen er wel een duizendtal van verslonden hebben. Onder Cohens favorieten treffen we Yeats, Camus, Byron en Garcia Lorca maar ook de oosterse Rumi en Hafiz. Soms treedt deze voorliefde zeer expliciet op de voorgrond, zoals bij ‘Take this waltz’ (Garcia Lorca). Maar meestal klinken al deze verschillende bronnen slechts heel indirect door in de verbeeldingswereld van Cohen en in het bijzonder in zijn gedichten, waarin lustig geknipt en geplakt wordt. Dit laatste brengt Mus tot een vergelijking met Frankenstein (p. 125) — niet precies hoe we Cohen gewoonlijk bekijken, maar er is iets van.
Muzikaal wordt het exotisch wanneer we Cohen ontmoeten als piepjong lid van het countrybandje The Buckskin Boys — echt? Niets vreemds aan de vroege muzikale interesse, maar Cohens muziek staat qua imago nu eenmaal ver af van country, die met zijn vaste muzikale en sociale patronen vaak voor verstard gehouden wordt. En toch is de aldoor veranderende Cohen van country blijven houden, argumenteert Mus, zie bv. ‘Tower of Song’, met een ode aan Hank Williams.

Het meest intrigerende verband legt Mus evenwel met behulp van die nonchalante banaan op de cover van ‘I’m Your Man’ (1988), want is dat geen verwijzing naar de ooit door Cohen begeerde Nico van The Velvet Underground,  bij wie al eerder een fameuze banaan op een cover prijkte? Dit verband blijft ook nader bekeken smullen: kan Cohen ooit zelf nog geloofwaardig ontkennen dat die twee bananen met elkaar te maken hebben?

Sporadisch gaat er ook vuurwerk schuil in de verwoording. Zoals bij de bespreking van de minder originele productie ‘New Skin for the Old Ceremony (1974)’. Mus noemt het ‘oude wijn in nieuwe zakken’, en schiet op die manier meervoudig raak, net als Philip Larkin in Skin, met de huid als ‘obedient daily dress’ en tegelijk ‘old bag’ met ‘no brash festivity / to wear you at, such as / clothes are entitled to / till the fashion changes’.

Seks en geweld
Op twee punten blijven we wat op onze honger zitten. Kunnen we vooreerst wat preciezer zijn met vrouwen? We lezen dat Mister Cohen met geen enkele vrouw ooit trouwde, en er is sprake van twee kinderen, Adam en Lorca. Maar wie waren die vrouwen, en hoe lang, hoeveel? En als we weten dat hij ging vechten in Cuba en Israël, weten we dan ook of hij gedood heeft, en hoe vaak? Al is te verwachten dat niet alles te achterhalen valt, en dat de bron zelf (Mister Cohen) er het zwijgen toe doet.

Sinds de verschijning van de biografie een jaar terug zit Cohen zelf ook niet stil, met in de tussentijd de release van het live-album “Can’t Forget: A Souvenir of the Grand Tour”, met twee nieuwe nummers op. En ook zijn biograaf zit dus niet stil en is vanavond in Sint-Niklaas, met een pracht van een boek.