Bij de winst van Boeski, zonet aan u meegedeeld middels dit blog, past naar mijn gevoel een bedenking die ik met u delen wil. Een onvrede, eigenlijk—u bent gewaarschuwd.
Dat Boeski's verhaal niet moet onderdoen voor het gemiddelde kortverhaal van een Roald Dahl, suggereert immers dat het zichzelf respecterende literaire tijdschrift hier ook oog voor zou moeten hebben. Maar in de wijde omtrek van het Gentse heb ik buiten de muren van bibliotheek Gent Zuid nog geen enkel literair tijdschrift aan de belangstelling van jeugd zien blootgesteld worden...nooit, nimmer; jamais. Dat ligt vast aan mij, en aan mijn onoplettend oog.
Of er in het literaire tijdschriftenlandschap ooit een beweging naar jongeren toe betracht wordt, op enkele per definitie niet tot het establishment behorende instanties na (ik denk aan MAZ): ik weet het niet. Wel weet ik dat ik nog geen enkel tijdschrift gezien heb dat zijn reputatie bevuilt met het toekennen van plebejische prijzen als vliegtuigtickets voor Barcelona, weekendjes in Amsterdam, dozen met twintig boeken, boekenbons, of andere dingen waar mensen als u, Boeski, vrienden en ik dol op zijn. Serieus, echte schrijvers moeten voor het geld gaan, en die wens moet, indien niet aanwezig in het hoofd van de schrijver, koste wat kost ingepompt worden middels het afficheren van een grote prijzenpot. Ook moet er duchtig tekeer gegaan worden, als een schrijver het waagt om prijzengeld te weigeren. Al is het maar om de wereld voor te houden dat schrijvers en euro's twee handen op één buik zijn. Al is het maar om de gemiddelde lezer toe te staan zich ervan te vergewissen dat er wel degelijk mensen zijn die zich rijk schrijven. Al is het maar om het blazoen op te poetsen van in werkelijkheid berooid en armtierig levende schrijvertjes, die het al decennia lang zonder enige vorm van luxe moeten stellen.
Maar hey, laat ons als literair establishment vooral pretenderen dat elk getalenteerd schrijver poen schept. We weten het maar al te goed: talent zonder geld zal geen indruk nalaten op het netvlies van het tv-kijkende-plebs, waar we het overigens goed mee menen, zeker indien het onder de armoedegrens leeft. Laat ons blind zijn voor onze eigen armoede, en laat ons die van de ongeletterden kenschetsen met een nobele eenvoud; een eenvoud die alleen grootmeesters en mensen-met-op-de-praktijk-gestoelde-ervaring aan de dag kunnen leggen. En laat ons dan ook pretenderen dat we de eerste categorie bevolken, door aan beginnende schrijvers wijs te maken dat men van schrijven schandalig rijk kan worden. Zo winnen we populatie voor onze feestjes, alwaar we samen schreien omwille van onze gedeelde doch geheime armoede. En laat ons tenslotte ons beklag doen over dat verfoeilijk soort schrijver, dat zijn ziel aan de duivel verkoopt, door ocharme via reclame toch nog enige vorm van inkomsten voor zichzelf te willen genereren. Alsof dat soortje al niet rijk genoeg is.
Money talks, en daarom willen we toch onderstrepen dat de tekst die u nu leest me toch wel zo een 20 euro per letter heeft opgebracht, op een bankrekening waar ik u helaas de coördinaten niet kan van geven, teneinde het geheim van mijn multimiljonairschap te vrijwaren.
2 opmerkingen:
Nog vers geleden las ik ergens over een bundel die slecht was omdat hij te veel publicitaire ondersteuning krijg van zijn uitgeverij. Het deed mij denken aan het doordacht 'boeën' van de vakbonden laatst op het journaal. Want een groepsboe is altijd sterker dan een redelijk argument, of iets dergelijks.
Maar het is toch ook zo dat er geen 'Dag Allemaal' voor toekomstig bekende Vlamingen bestaat. Of een sportblad met interesse in de jeugdreeksen.
Het is altijd ellebogenwerk en meer opstaan dan vallen.
Daarbij is schrijven een ziek talent, zeker in dit halve land, de lezer is schandalig beperkt in aantal.
Dankje Wouter, hier praten we hopelijk gauw over verder bij een koffie. KRAAI heeft budget om schrijvers te betalen, en maar goed ook.
Een reactie posten