zondag 23 april 2006
Vinyl (hij, lucht)
Mijn hand vangt in de groeven
van de vlakte klanken op.
De aarde golft en wekt getijden
langs een grijsgevoeld zwanger spoor.
Het draaien leidt, verleidt mijn arm
over de zwoele echo’s heen
van zwemmen in de zomers, kreten,
schouderkloppen, en het zingen
van een meisje. Ook zij komt
en onder mij glijdt ook zij door
en ik kan niets of niemand grijpen.
Ik hoor te zijn zolang ik mij
met diamanten hardheid blijf verplaatsen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten