woensdag 30 april 2008

Ik heb je bij dag nooit leren haten;
bij nacht nog minder, maar geen ontkomen
aan dromen, en hun bekomst.

Ik mis je hier slapeloos ondergronds,
sla je genadeloos in het gezicht
met aandacht gade, zonder je ooit
harder dan strelen te willen raken.

Mijn bolle ogen als schotels in glas
zien geen plafond, enkel projectie
van hoe het was, een lichtende schacht
toen jij me duldde, en ik je
zo hoog zag verschijnen:
jij niet in mijn put, ik verre kijker.

6 opmerkingen:

Marie zei

Fijne woordspeling in het midden !

Maarten zei

ik vind je eerste regels de betere!

Wouter7 ¶ zei

Ja, in mijn eerste regel is puik werk van anderen niet ver weg... :-)

En, Marie en Maarten, misschien vervoegt een derde bezoeker ons om het slot te smaken?

Maarten zei

haha, daarom vond ik het waarschijnlijk zo goed :)

Anoniem zei

Sorry, ik wou heel graag iets verwoorden over je slot, maar ik zal me eerlijk moeten aansluiten bij Marie.

"zonder je ooit
harder dan strelen te willen raken."

Dat is zacht gedacht.

Maarten zei

hier smaakt het naar meer. Komaan Wouter.