Ik schrijf — nog steeds — poëzie omdat ik nieuwsgierig ben naar wat de taal vermag. Al schrijvend ontdek ik soms klanken, ritmes en betekenissen; woorden roepen weer nieuwe woorden op. Vaak besef ik pas achteraf wát ik heb geschreven, maar wonderlijk genoeg vormt het geheel van wat ik schrijf een mozaïek dat het antwoord bevat op de vraag 'Waarom schrijft u poëzie?', een vraag die niet ongelijk is aan 'Wie bent u?'. Ik schrijf geen poëzie om de carrière, om de semigoddelijke status die sommige dichters zich aanmeten, of aangemeten krijgen. Ik schrijf omdat ik de taal als een werktuig zie, een werktuig waar ik met plezier mee werk. Dat van die meisjesharten is mij tot op heden ontgaan.
Uit: Chrétien Breukers, Gedichten Schrijven, Uitgeverij Augustus, Amsterdam, 2008 (pagina 17)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten